Home Bestemmingen Weg van de gebaande paden in Peru

Weg van de gebaande paden in Peru

0
Weg van de gebaande paden in Peru

Veel reizigers bezoeken Peru vanuit de keizerlijke stad Cuzco, vanwege Machu Picchu en de Heilige Vallei. Echter is deze voormalige hoofdstad van het machtige Incarijk ook dé ideale uitvalsbasis voor wie de bergen en het regenwoud wil verkennen. Far Out-reporter Ophélie gaat van de gebaande paden om te ontdekken wat de omgeving van Cuzco nog meer te bieden heeft.

Tekst & foto’s: Ophélie Jammaers

De artistieke wijk San Blas, San Pedro’s grote markt, het kloppende hart van Plaza de Armas, tempels en musea, gezellige pleintjes, winkeltjes en kleine straatjes… Er zijn redenen te over om lang te blijven plakken in Cuzco, gelegen op 3400 meter hoogte en volgens de Inca’s ‘de navel van de wereld’. Er is namelijk ontzettend veel te zien en te doen. Maar dat geldt des te meer voor Cuzco’s spectaculaire omgeving, een mix van wondermooie natuur, torenhoge bergen en kronkelende rivieren.

Jungle-ervaring in Manu National Park

Een kinderdroom die uitkomt: op expeditie in het grootste regenwoud ter wereld. De Amazone is wild en ongetemd. Hier is de mens geen heerser, maar slechts een getuige van de kracht van de natuur. Manu National Park is het toonbeeld van de Amazone. Het park strekt zicht over een oppervlakte van zo’n 1,7 miljoen hectare uit van de hoge Andes tot het laagland van de Amazonebekken. De topografie omvat ruige pieken, uitgestrekte valleien, meanderende rivieren en weelderige nevelwouden, wat bijdraagt aan een ongekende biodiversiteit. Niet verwonderlijk dat het park in 1977 al werd uitgeroepen tot biosfeerreservaat en sinds de jaren tachtig op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat.

Betoverd door het nevelwoud

We boeken onze excursie via Manu Wildlife Peru, een kleinschalig familiebedrijf dat focust op verantwoorde jungle-expedities. Franco, onze gids, groeide op in Manu en kent het regenwoud als zijn broekzak. We hebben een lange rit voor de boeg, maar met enkele leuke tussenstops vliegt de tijd zo voorbij. De overgang van de bergen naar het nevelwoud is betoverend. De mistflarden schuiven over de kruinen en de lucht voelt vochtig aan. We picknicken langs de weg en maken een klein ommetje naar een hoge waterval. In een bosje bamboe horen we geritsel. Een familie bruine kapucijnapen kijkt ons nieuwsgierig aan. We observeren hun gedrag en lachen om hun menselijke trekjes.

De laatste kilometers leggen we te voet af. Dit keer spotten we de rode rotshaan, de nationale vogel van Peru. Niet veel later landen enkele Scarlet Macaws in een hoge palmboom. Wat een inwijding… In de late namiddag komen we aan bij onze eerste lodge. Terwijl de kok ons avondeten klaarmaakt, verkennen wij de buurt. De zon verschuilt zich achter de bergtoppen en maakt plaats voor een volle maan. Wat een magische, eerste avond.

Mysterieuze wezens en gebruiken

Na een desayuno continental rijden we naar een privéreservaat dat bekendstaat om zijn kolibries. Zodra we de dichte jungle inwandelen, horen we het distinctieve geschreeuw van een toekan. Tijdens de wandeling door het reservaat geeft Franco uitleg over medicinale planten, ayahuasca (een hallucinogene drank) en het sjamanisme. Blijkbaar kan je alleen sjamaan worden als je bent opgegroeid in de jungle, je een uitgebreide kennis hebt over planten en de natuur je uitkiest. Franco zelf werd een jaar geleden tijdens een kampeertrip het slachtoffer van een blikseminslag. Het groot litteken op zijn hand ziet hij als een voorbode van zijn lot.

De bewoonde wereld laten we achter ons zodra we op de rivierboot stappen richting onze lodge voor de komende dagen. We varen steeds dieper het oerwoud in en zien capibara’s, een slang en kleurrijke vogels. Halverwege stappen we over in een peke peke (een houten kano) om een zijrivier stroomopwaarts te volgen. Wanneer we aanmeren, wijst Franco naar een gigantische boomhut: “Ésta es vuestra habitación”. In de bomen rondom spelen zo’n twintigtal doodshoofdaapjes. Ze springen van tak tot tak en slingeren tussen de kruinen. Over een persoonlijke welkomstshow gesproken!

De nachtwacht

Na een koolhydraatrijke maaltijd en te veel pisco sour, vertrekken we op nachtwandeling. Het is schemerig en de zwakke straal van onze hoofdlamp geeft niet veel licht. Franco loopt voorop en hakt met zijn machete enkele takken af die ons de weg versperren. De nachtelijke wezens zijn hier zo goed gecamoufleerd dat we schrikken wanneer Franco een tarantula aanwijst. Onze westerse ogen zijn niet getraind in het registreren van minieme bewegingen, laat staan in deze duisternis.

Aan de waterplas imiteert Franco de roep van een babykaaiman. Plotseling zien we twee paar rode ogen op ons toesnellen. Automatisch zetten we een paar stappen achteruit. Voorzichtigheid is hier een vereiste. De muggen eten ons levend op, dus besluiten we om terug te keren naar ons kamp. Het muggengaas van de boomhut vormt de enige scheiding tussen ons en de nachtdieren. De geluiden van de jungle horen we tot diep in de nacht, maar slapen doen we als een roos.

Het beeld van een onaangetaste planeet

De volgende ochtend vertrekken we al om vijf uur op ochtendwandeling. We verschuilen ons in het struikgewas met zicht op de clay lick, een kleiwand waar papegaaien massaal klei komen eten om de giftige stoffen uit hun lichaam kwijt te raken. Verder spotten we een reuzenotter en pootafdrukken van een ocelot. Eens terug in ons basecamp, ontbijten we met zicht op de Manu-rivier. Deze rivier stroomt als een levensader door het gebied. Tijdens zonsondergang varen we met de kano langs de oever op zoek naar dorstige jaguars. Het dak van de jungle kleurt oranje en vervolgens rood. Het lijkt haast onwerkelijk, dit beeld van een onaangetaste planeet. Met een nederig gevoel keren we terug naar Cuzco.

Vijfdaagse Ausangate Trek

Na een dag rust in onze uitvalsbasis trekken we er alweer op uit. Dit keer wagen we ons aan de Ausangate trekking, een uitdagende, meerdaagse hike in de omgeving van Cuzco. Nog voor de zon opkomt, vertrekken we naar de bergen met onze gids Miguel. Gedurende tien kilometer passeren we alleen maar kuddes alpaca’s en locals met pakezels. We laten de bewoonde wereld steeds verder achter ons. Na drie uur wandelen, bereiken we onze eerste kampplaats.

De kracht van de natuur

De volgende ochtend worden we gewekt met cocathee en twintig minuten later zijn we al op weg. De eerste bergpas spaart ons niet. Onze ademhaling verzwaart en de hoogte vraagt veel van ons lichaam. Het adembenemende decor aan de voet van de 6336 meter hoge Ausangate maakt echter alles goed. We zijn omgeven door bergmeren, open vlakten, gletsjers en steile bergwanden. Geleidelijk aan beklimmen we de tweede bergpas en dalen we af tot aan onze volgende kampplaats. Wat een locatie om ons tentje op te zetten. Aan onze voeten ligt een kristalhelder meer, links van ons kabbelt een rivier en achter ons pronken rode rotspartijen. Samen bewonderen we de sterrenhemel tot we klappertanden van de ijzige wind.

’s Nachts daalt de temperatuur tot -15 graden, waardoor we regelmatig wakker worden van de koude. We tellen af tot zonsopkomst zodat we onze tocht kunnen vervolledigen. Een steile bergpas van 460 hoogtemeter schudt ons meteen wakker. Het zicht vanop de top is waanzinnig mooi. Twee gletsjers met een bergmeer, een regenboogberg en een bergvallei vol lama’s domineren het landschap. We klauteren de regenboogberg omhoog tot we door de wind worden tegengehouden. “Waar staan we toch maar weer?!”, roept mijn vriend euforisch uit. Waarop ik antwoord: “En hoe klein zijn wij?”

Een ode aan Pachamama

Deze trektocht doet ons keer op keer beseffen hoe groot de wereld is, hoe nietig de mens(heid) en hoe bevoorrecht wij zijn om dit te mogen ervaren. Samen met de gids bedanken we Pachamama (Moeder Aarde) door cocabladeren te offeren, die we begraven onder een toren van drie stenen. De laatste kilometers tot onze kampplaats duren lang, maar geven veel voldoening. We passeren geïsoleerde nederzettingen van Quechua-gemeenschappen en pauzeren op een grasveld waar chinchilla’s rondhuppelen. Die avond koken we op een gasvuur en wisselen we reisverhalen uit met andere hikers. Een besneeuwde berg met drie pieken schittert voor ons in de avondzon.

Dag vier van onze trekking trotseren we opnieuw een steile bergpas en genieten we een laatste keer van oneindige vergezichten. We passeren zeven azuurblauwe meren die fel afsteken tegen de besneeuwde toppen. De bergen lijken zich als een muur om ons heen te sluiten. Het is moeilijk om de bijzonderheid van dit desolaat stukje natuur te evenaren. Na een paar uur wandelen, komen we aan in het dorp Pachanta waar we de tocht afsluiten en onze spieren langzaamaan ontspannen in een zalige warmwaterbron.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

veertien − 8 =