Home Anders Outdoor Old school navigeren zonder kompas. Hoe doe je dat?

Old school navigeren zonder kompas. Hoe doe je dat?

0
Old school navigeren zonder kompas. Hoe doe je dat?
Navigeren zonder kompas

Niets makkelijker dan een gps om in alle eenvoud je weg te vinden. Of je nu gaat trekken, mtb’en of aan geocaching doet, het volstaat om snel de lengte- en breedtegraad in te geven, en je bent vertrokken. Toch kan het ook anders: navigeren zonder kompas. Far Out trok op pad en liet zich leiden door de zon, de maan en de sterren.

Navigeren zonder kompas: vertrouw op schaduw en zon

Optie 1: de snelle methode

  • Plant een stok van om en bij een meter in de grond en duid aan waar zijn schaduw de grond raakt. Dit schaduwpunt wijst steeds naar het westen, waar je je ook ter wereld bevindt.
  • Wacht een vijftiental minuutjes, tot de schaduw zich enkele centimeters heeft verplaatst. Duid opnieuw aan waar de schaduw de grond raakt. Dit schaduwpunt is steeds het oosten.
  • Trek een lijn doorheen de twee punten en je hebt een, bij benadering, oost-westverbinding.
  • Ga op deze lijn staan met het eerste punt, het westen, aan je linkerkant en het tweede punt, het oosten, aan je rechterkant. Nu kijk je naar het noorden.

Optie 2: de trage, maar meer accurate methode

  • Plant net zoals hierboven een stok van om en bij een meter in de grond. Let wel, het is belangrijk dat je je eerste ‘schaduwmeting’ in de ochtend uitvoert. En dat minstens een uur vóór de middag.
  • Zoek een voorwerp dat even lang is als de schaduw, een tak of een stuk koord voldoet.
  • Neem om de 15 minuutjes de lengte van de schaduw op. De schaduw wordt korter en zal op de middag volledig verdwenen zijn, om nadien opnieuw langer te worden.
  • Meet de lengte van de schaduw naarmate die groeit. Gebruik het voorwerp dat je gebruikt hebt om de lengte van de eerste schaduw te meten en duid aan waar de schaduw opnieuw even lang is als de eerste.
  • Trek net als bij de snelle methode een lijn tussen de eerste en tweede markering. Ga op de lijn staan met aan je linkerzijde de eerste meting en aan je rechterzijde de tweede. Nu kijk je gegarandeerd naar het echte noorden!

Wijzer met de wijzers

Heb je nog een lekker ouderwets maar very fashionable horloge met wijzers? Dan heb je alles bij de hand om een vinger aan de pols van de windstreken te houden! Voor een accurate meting is het belangrijk dat je het horloge gelijkzet met de ware plaatselijke tijd, zonder aanpassing voor zomertijd. Hoe verder je je van de evenaar verwijdert, hoe nauwkeuriger de methode.

Bivakeer je in het noordelijk halfrond? Plaats je horloge horizontaal met de kleine wijzer gericht naar de zon. Halveer de hoek tussen deze wijzer en de twaalf. Dat is de noord-zuidverbinding. Twijfel je over welk uiteinde van die verbinding het noorden en welk uiteinde het zuiden is, dan volstaat het even logisch na te denken: de zon komt op in het oosten, gaat onder in het westen en staat ’s middags in het zuiden. In de voormiddag vertoeft de zon in het oosten, in de namiddag in het westen.

Op avontuur in het zuidelijk halfrond? Richt de ‘12 uur’-aanduiding dan naar de zon en trek een lijn van het middelpunt van je horloge naar het punt halverwege tussen de 12 uur en de kleine wijzer. Dat is je noord-zuidverbinding.

TIP

  • Staat je horloge ingesteld op zomertijd, dan neem je de ‘1 uur’-aanduiding als referentiepunt in plaats van de ‘12 uur’-aanduiding.
  • Heb je een digitaal uurwerk zonder handige wijzertjes? Teken dan een horloge (met wijzers natuurlijk) op de grond of op een stukje papier en duid het uur aan.

Sterren op de… navigatietoer!

Wie op het noordelijk halfrond een ‘rondje verder wil gaan’, die gaat op zoek naar de Poolster. En dus ook naar de Kleine Beer, want de Poolster is immers de laatste ster van de ‘hendel’ van de Kleine Beer.

Geen succes bij het lokaliseren van de Kleine Beer? Zoek zijn grote broer en trek een denkbeeldige lijn naar rechts vanuit zijn twee eindsterren. Die lijn brengt je recht tot bij de Poolster. Ga je nog wat verder naar rechts dan kom je bij het sterrenbeeld Cassiopeia.

Teken een denkbeeldige lijn vanuit de Poolster naar beneden en je hebt het perfecte noordelijke oriëntatiepunt.

Op het zuidelijk halfrond kun je de Poolster echter niet zien en is er ook niet één ster die steeds het zuiden of het noorden aanwijst. Als gids kun je echter wel gebruik maken van het Zuiderkruis, een sterrenbeeld dat bestaat uit vijf sterren. De vier helderste vormen een kruis.

Hoe ga je te werk?

  • Zoek de twee sterren die de lange zijde van het kruis uitmaken;
  • Neem de afstand tussen deze twee sterren;
  • Trek vanuit de onderste van deze twee sterren een denkbeeldige lijn, die vijfmaal zo lang is als de afstand tussen de twee sterren, richting horizon;
  • Trek vanuit het denkbeeldige eindpunt een lijn naar beneden en je hebt je zuidelijk oriëntatiepunt. Het noorden bevindt zich logischerwijze aan de overzijde.

And last but not least… navigeren met de hulp van Janneke Maan!

Afsluiten doen we met onze favoriete hemelbewoner: Janneke Maan! En hij houdt het simpel: komt de maan op voor de zon is ondergegaan, dan is de verlichte kant het westen. Komt de maan op na middernacht, dan is de verlichte kant het oosten.

Zo zie je maar, eenvoudig kan ook! Met dank aan Janneke Maan.

Je omgeving als bewegwijzering!

Mos: in tegenstelling tot wat algemeen wordt aanvaard, groeit mos niet altijd aan de noordkant van een boom. Ook de zuidkant van de schors lust wel een groen blaadje. In het noordelijk halfrond is ‘zuidelijk mos’ zelfs dikker en groener, simpelweg omdat deze kant meer zon krijgt.

Bomen: een iets doffere schors en takken die de hoogte opzoeken? Welkom aan de noordkant van de boom!

Smeltende sneeuw: smelt de sneeuw (sneller) voor je ogen? Dan bevind je je aan de warmere, zuidelijke kant van de rots of het gebergte.

Mierenhoop: ooit al een mier in windjack gespot? Neen? Logisch, want zij bouwen hun hoopje meestal aan de zuidelijke of zuidwestelijke kant van een boom. Passief wonen heet dat tegenwoordig.