Home Merken Op bezoek bij Woolpower in Östersund: de geheimen van merinoswol

Op bezoek bij Woolpower in Östersund: de geheimen van merinoswol

0
Op bezoek bij Woolpower in Östersund: de geheimen van merinoswol

Een kijk achter de schermen bij Woolpower in hun fabriek in Östersund, Zweden? Wij gingen graag op de uitnodiging van Woolpower en Benelux verdeler Hike-a-Way in en stonden versteld van de toewijding en het vakmanschap die achter de merinoswollen kleding schuilgaan. Na een dip in een ijskoude beek onderwierpen we de laagjes van Woolpower tijdens een sneeuwschoenwandeling aan een inspannende test. Bekijk ook deze fotogalerij van ons bezoek.

Tekst: Anton De Groot

Noch het laagjesprincipe, noch de pro’s en cons van merinoswol zijn ons als outdoormagazine natuurlijk vreemd. Wij vroegen ons dus vooral af wat Woolpower zo bijzonder maakt. Waar komt hun wol vandaan? Wordt echt elk kledingstuk in Östersund gemaakt? Hoe komt het dat de truitjes zo zacht aanvoelen, goed isoleren niet gaan ruiken? Wat trek ik aan op een doordeweekse frisse dag? Waarom staat de naam van de naaister op het etiket? Geen vraag bleef onbeantwoord.

Bakermat Östersund

De bakermat van Woolpower is al sinds 1969 Zweden. De reden dat dit nog steeds zo is, blijkt ‘eenvoudig’. Eva Arnlund Eklöov, export sales manager bij Woolpower: “De textielindustrie heeft geen al te beste naam wat social en corporate responsibility betreft. Door de productie dichtbij te houden, weten we wie onze kleren naait en kunnen we de hoogste kwaliteit garanderen. Woolpower wil uitdrukkelijk NIET bijdragen aan de wegwerpmaatschappij en maakt daarom functionele en duurzame kleding, die is gemaakt met zorg voor de natuur en onze medewerkers.”

Zuid-Amerikaanse wol

Alles begint natuurlijk bij de wol. “Die komt uitsluitend van gerenommeerde bedrijven in Zuid-Amerika, meer bepaald Uruguay en Patagonia. Daar hebben ze niet de problemen met vliegenplagen, mulesing en live export, zoals in Australië, de schapen worden verantwoord behandeld en kunnen vrij rondlopen op goede weidegronden. De schapen worden elk jaar tussen september en november geschoren. Hun wol groeit namelijk constant; scheren is een must voor hun welzijn. Van de wol van één schaap kunnen vervolgens twee Woolpower-truitjes worden gemaakt.” Die wol komt via Duitsland (waar het materiaal wordt gewassen, gesponnen en geverfd) terecht in Zweden.


Van garen tot eindproduct

Het bijzondere aan Woolpower is dat de gehele kledingproductie plaatsvindt onder één dak. “Dit geeft ons alle controle over het productieproces en de kwaliteit, en zorgt voor korte doorlooptijden. Nog een groot verschil: in veel kledingfabrieken is sprake van bandwerk: de ene persoon naait alleen maar mouwen, de andere rompen etc. en moet x aantal stuks afwerken op een dag. Dat is erg monotoon en stressvol werk. Bij ons roteert een naaister tussen verschillende machines en maakt een kledingstuk helemaal af. Vervolgens controleert ze het eindproduct zelf. Voldoet het, dan naait ze haar naamlabel erin.” Dit geeft een kledingstuk niet alleen ‘een gezicht’, maar is dus ook een soort kwaliteitslabel. De enige ‘beperking’? Woolpower heeft slechts één fabriek. Er staat dus een limiet op het aantal stuks dat er per jaar kan worden gemaakt. Of bekijk het als een exclusief stuk waar geen massaproductie van wordt gemaakt.

De bijzondere eigenschappen van merinoswol

Merinoswol heeft een aantal unieke en onevenaarbare eigenschappen: de vezel kan enorm vele vocht opnemen (tot 30% volumetoename). Houdt je warm, zelfs als hij nat is. Transporteert vocht heel goed. Is in staat veel lucht vast te houden, voor de isolatie. En is van nature bacteriewerend. Geen enkele kunstvezel kan deze eigenschappen evenaren. Toch kennen wolvezels ook enkele nadelen. Ze kunnen breken, krimpen en zijn op zichzelf niet heel duurzaam. “Om dit op te lossen, combineren we de meest optimale kwaliteit merinoswol (fijn genoeg om zacht aan te voelen, maar ook sterk genoeg om niet snel te ‘breken’) met gemiddeld 20-30% kunstvezels. Dit maakt onze kledingstukken duurzamer en slijtvast.” Ook goed om weten: alle wol is voorgewassen, waardoor je alle kleding na het dragen thuis op 60 graden in de wasmachine (liefst met een lanolinehoudend wolwasmiddel) en zelfs in de droogkast mag stoppen. Dit is vrij uniek voor kleding met merinoswol.

Unieke en speciale weeftechnieken

Om de kleding verder te verstevigen en duurzamer te maken, gebruikt Woolpower enkele unieke en speciale naai- en weeftechnieken. Zo zijn de meeste stuks samengesteld uit verschillende ‘tubes’ (mouwen, romp, benen…), zodat ze vrij zijn van lange naden (die gaan schuren en kwetsbaarder zijn). Een innovatie van Woolpower zijn de Terry Loops: lussen aan de binnenkant van de kleding die extra lucht vasthouden en dus zeer goed isoleren terwijl het vocht toch makkelijk naar buiten kan worden getransporteerd. Dit is het geval voor alle diktes Ultrafrotté stukken. De Lite-collectie is plat geweven en ideaal als eerste laag in alle omstandigheden. Met de restjes maakt Woolpower een soort vilt waarmee inlegzolen of zitpads worden gemaakt. Dit opnieuw in tegenstelling tot de textielindustrie, waar veel restjes gewoon worden weggegooid.

Unisex en tijdloos

Qua kleuren kiest Woolpower bewust voor een beperkte collectie: nordic blue (lichtblauw), zwart en komend seizoen ook pine green voor de Lite-collectie. Zwart, navy (donkerblauw), grijs en pine green (afhankelijk van welk item) voor de Ultrafrotté-lijn. En cherise (donkerroos) en turquoise voor de Color-collectie. De stukken zijn alle tijdloos en unisex. Als vrouw kies je gewoon een maatje kleiner dan je gewend bent. En laagjes trek je over elkaar aan (lees: het laagjesprincipe). “Jezelf goed kleden tegen de koude is niet moeilijk. Zelfs je goed kleden als je buiten aan het bewegen bent, is niet zo’n probleem. Maar afwisselen tussen beide (inspanning-minder inspanning/stilzitten), dat is een uitdaging. De natuur heeft dit zelf opgelost met wol. In onze collectie vind je zowel onder- als tussenlagen en dit in verschillende diktes. Die diktes worden gemeten in m². De Woolpower 200 Ullfrotté-reeks is een lichtgewicht eerste laag van 200 g/m2 die je kan dragen bij frisser weer of wanneer je langer moet stilstaan (eventueel na een inspanning). De Lite reeks is dan weer bedoeld om te dragen bij grotere inspanningen. Is het erg koud, dan trek je best een extra 400 g/m² midlayer kledingstuk boven die eerste laag aan. Voor een avontuurlijk uitje in guur, ijzig weer is een 600 of 800 g/m² als tweede laag een uitkomst. Daarboven komt dan indien nodig een shell.”


En dan… de test!

De durfals onder de genodigden namen een frisse duik in de plaatselijke beek. De enige blauwlippige reactie: 3° C is koud. Heel koud. Maar dat zijn de heren en dames tijdens de sneeuwschoenwandeling gelukkig snel vergeten. Ingepakt in Woolpower van top tot teen trekken we eropuit. Wollen sokken, daar was ik eerst niet zo voor te vinden. Maar ze jeuken niet en ik krijg ook geen zweetvoeten. De laagjes bevallen uitstekend. Te warm krijg ik het niet en hoewel ik aardig zweet, krijg ik het niet koud en is mijn truitje binnen de vijf minuten weer droog. Het lussysteem zorgt niet alleen voor extra isolatie, maar ook voor een snelle droging, doordat de lucht makkelijk langs de lussen heen beweegt. Erg prettig is de ventilatierits aan de hals. Die stond vrijwel de hele tocht open.

www.woolpower.se
www.hikeaway.be

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

4 × een =