We kunnen het niet genoeg benadrukken: wie buiten sport of er graag op uittrekt, heeft alle baat bij laagjes om zijn of haar lichaam comfortabel op temperatuur te houden. Hierdoor geraak je de warmte die je produceert als je beweegt makkelijk kwijt, zonder dat je lichaam te snel afkoelt of je het koud krijgt. Maar wat is het laagjesprincipe of lagensysteem nu precies? En: niet elk laagje is hetzelfde.
Het laagjesprincipe of lagensysteem
Het laagjesprincipe of lagensysteem vergelijk je met een ui. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de graad van inspanning ‘pel’ je het ene na het andere laagje van je bovenlichaam. Sommige spreken van het drielagenprincipe, andere van een 3- of 4-lagensysteem. Dit hangt natuurlijk af van de buitentemperatuur. Voor de benen zijn een of twee lagen voldoende.
– De eerste laag = de basislaag. Die moet ervoor zorgen dat je bovenlichaam warm en droog blijft. Katoen is een NO GO. Katoen blijft immers nat en klammig en geeft voert vocht niet snel genoeg af. Merinoswol of een technische laag is ideaal. Kies een materiaal dat zacht en comfortabel aanvoelt, goed op je lichaam aansluit en let op de naden. Slecht zittende of schurende kleding is des te onaangenamer als je er andere lagen overheen trekt of bijvoorbeeld een rugzak op hebt.
– De tweede laag moet isoleren én vocht snel afvoeren. Een dunnere, medium of dikkere merinoslaag (afhankelijk van de buitentemperatuur), dons of ademend fleece doen dit werk. Zo creëer je een soort luchtlaag rond je lichaam. Een rits ter hoogte van je hals kan helpen om wat warmte weer krijt te geraken. Kies je voor fleece, let dan extra op het ademend vermogen. Trek je een derde laag aan overheen fleece, dan merk je waarschijnlijk dat je zweet meer vasthoudt dan bij merinoswol het geval is. Een mouwloze tweede laag is ook een optie.
– De derde laag beschermt je tegen de elementen: wind, regen, sneeuw, koude… Water- en winddicht is de boodschap. Toch zijn ook verluchtingsmogelijkheden (ter hoogte van de hals, onder de armen…) belangrijk, om ervoor te zorgen dat je het tijdens zwaardere inspanningen niet te warm krijgt. Hier doen technische shells hun intrede (Gore-Tex, eVent, Dermizax, SympaTex…). Afhankelijk van het weer kies je een hardshell (100% wind- en waterdicht) of een softshell (waterafstotend en 90% winddicht).
– Is het echt koud en ben je niet in beweging (je zit bijvoorbeeld buiten voor je tent in de sneeuw, of bent aan het ijsvissen op een gletsjermeer), dan zorgt een optionele vierde laag voor extra isolatie. Om ervoor te zorgen dat je je niet als een Michelinmannetje voelt, is het handig om te kiezen voor een wat dunnere tweede en derde laag en de vierde laag als ‘shell’ te zien.
Andere opties om jezelf warm te houden zijn uiteraard een hoofddeksel of een dunnere of dikkere muts (veel warmte geraak je langs je hoofd kwijt) en extra bescherming voor je handen en voeten.