Een ‘break in de natuur’ is – na ‘lezen’ – de belangrijkste activiteit voor mensen om even te ontsnappen aan het dagelijkse leven. Dat blijkt uit een – toegegeven al wat gedateerd – onderzoek van de Durham University uit 2016 over het onderwerp ‘ontspanning’ onder 18.000 respondenten uit 134 landen. Behalve dit leuke weetje, stuurde Oostenrijk ons nog een rits ideeën waar een natuurhart harder van gaat kloppen. Misschien, heel misschien iets voor de zomer?

Eerst even terug naar dat onderzoek van Durham University en de bevindingen van iemand als natuursocioloog Rainer Brämer, oftewel ‘de wandelpaus’, zoals sommigen de medeoprichter van het Duiste Wanderinstitut wel eens noemen. Wie ‘mentaal uitgeput’ is kan volgens wetenschappers en onderzoekers namelijk wel een natuurboost gebruiken.

Een boost voor al je zintuigen

Een natuurlijke omgeving heeft een positieve invloed op onze zintuigen en leert ons om onze aangeboren vaardigheden weer te gebruiken. Niets heeft zo’n ontspannend effect op ons als de natuur. We zijn immers evolutionair gemaakt voor deze omgeving. “Al heel snel verandert je stemming, je voelt je licht en vrij en hebt vanzelf weer oog voor de kleine dingen”, verkondigde Rainer Brämer jaren geleden al. Tegelijkertijd geeft de natuur ons nieuwe kracht en energie. “Zintuiglijke ervaringen in de natuur vergroten ons gevoel van eigenwaarde, zelfbewustzijn, zelfredzaamheid en onze vaardigheden”, aldus de wetenschapper.

Kortom: wie ervoor zorgt dat de natuur en haar elementen een belangrijk onderdeel is van zijn of haar leven, voelt zich als vanzelf beter! Dus laat de natuurlijke elementen op al je zintuigen inwerken om het positieve effect van de natuur te ervaren. De stralen van de zon of de nevel van een waterval op je huid. Het gevoel van de aarde onder je blote voeten als een bron van natuurlijke helende energie. Heb aandacht voor het moment en concentreer je op de essentie.

Levenselixir in Oostenrijk

Op het gebied van ontspanning in de natuur presenteert Oostenrijk zich als een levenselixer. Wist je bijvoorbeeld dat bijna de helft van de totale oppervlakte van Oostenrijk bedekt is met loof- en naaldbomen? In alle Oostenrijkse deelstaten groeien bossen zo ver het oog reikt: Stiermarken, Karinthië en SalzburgerLand voeren de groene ranglijst aan – maar zelfs Wenen kleurt met meer dan 20% bos donkergroen.

Een tweede element dat in Oostenrijk alomtegenwoordig is, is water. Schoon water! Van gletsjergebieden, tor riviertjes en bergmeren. Een droombestemming waar beide samenkomen is Drosendorf im Waldviertel, een ideaal startpunt voor een tochtje naar een van de rustgevende bossen die rond het middeleeuwse stadje aan de Thaya liggen. De gemoedelijke boswandeling in het ruige noorden van Oostenrijk begint met een rondje langs de vestingmuren. Vanaf de steile, vooruitstekende rotspunt waarop Drosendorf gebouwd is, kun je ver uitkijken over het gebied. In de herfst verandert de hele omgeving in een spetterende kleurenzee. En dat is niet zo vanzelfsprekend, want in het Waldviertel groeien de dennen het hardst, net als in de meeste andere Oostenrijkse regio’s.

Misschien, heel misschien iets voor de zomer?