
De roep om duurzaamheid klinkt luider dan ooit in de outdoorwereld – en terecht. Als sector die leeft van de natuur, rust op ons een bijzondere verantwoordelijkheid. Tijdens dit gesprek bleek al snel: merken nemen die taak ernstig. Van het verlengen van de levensduur van producten tot reparatie-initiatieven, PFAS-vrije productie en eerlijke lonen: duurzaamheid is geen trend meer, maar een basisvoorwaarde.
Onze gesprekspartners
Nikolai Mels: Vertegenwoordiger bij Hike-a-Way (verdeler van o.a. CMP, HydroFlask, Vaude, Woolpower, Sprayway en Trekmates)
Nelson Coomans: duurzaamheidscoördinator bij Elements (verdeler van o.a. Craghoppers, Katadyn, Klean Kanteen, Osprey, Patagonia en Zamberlan)
Fiona Tanyeri: marketingmanager bij Technolyt (verdeler van o.a. BioLite, Buff, Jetboil, Lifestraw, Peak Design, Bynolyt, Fab Patch en Rudy Project)
Hoe kijken jullie als distributeurs naar de rol van duurzaamheid in de outdoorsector?
Nikolai Mels: “Voor ons is duurzaamheid al jaren vanzelfsprekend. Alle merken die wij verdelen, zetten hier op één of andere manier, en in steeds grotere mate, op in om hun impact te verkleinen. Wij vinden ook dat onze sector hierin een voorbeeldrol moet spelen, net omdat we letterlijk dicht bij de natuur staan. Daarnaast vinden we het belangrijk dat merken inzetten op faire arbeidsomstandigheden. Veel van onze merken lopen daarin echt voorop.”
Nelson Coomans: “Het feit dat de outdoorsector een voorbeeldrol heeft en een pionier moet zijn, betekent ook dat elke stap in de keten zijn verantwoordelijkheid kan en moet nemen. Wij dus ook. Als distributeur zijn we meer dan een doorgeefluik, daarom zijn we B Corp gecertificeerd en doneren we 1% van onze omzet aan milieuorganisaties. Zo maken we samen met onze merken de sector een voorbeeld voor de gehele retailwereld.”
Fiona Tanyeri: “Anno 2025 is duurzaamheid een van de minimale condities om als outdoormerk levensvatbaar te zijn. Wij verkopen bij Technolyt alleen producten waar we kwalitatief achter staan en die een lang leven kunnen hebben. Goedkoop is duurkoop. Wij geloven in kwalitatieve producten, waardoor er minder overconsumptie is. Een goed onderhoud, herstelmogelijkheden en upcycling maken integraal deel uit van deze aanpak.”
Hebben we een idee van de impact van outdoorsport en -recreatie in ons land en Europa?
Nelson Coomans: “De exacte milieu-impact van outdoorsport en -recreatie is lastig in kaart te
brengen. Wel zien we dat onze sector er steeds bewuster mee bezig is. De European Outdoor
Group (EOG) bijvoorbeeld, een samenwerkingsverband van grote en kleinere Europese outdoormerken en retailers, voert onderzoek, stimuleert duurzaamheid binnen de sector en deelt kennis over milieu-impact en best practices.”
Nikolai Mels: “Outdoorsport en -recreatie zijn enorm populair en daardoor komen steeds meer
mensen dagelijks in contact met materialen die specifiek ontworpen zijn voor gebruik in de natuur. Hoewel we deze producten hier gebruiken, vindt de productie van vooral de technische
items vaak elders plaats, wat milieutechnische uitdagingen met zich meebrengt. Gelukkig zijn
veel merken hier al lange tijd actief mee bezig, bijvoorbeeld via strikte interne kwaliteits- en
duurzaamheidslabels en onafhankelijke audits en keurmerken, zoals BlueSign.”
Wat wordt of kan er worden gedaan om een negatieve impact tegen te gaan?
Fiona Tanyeri: “We moeten inzetten op het verlengen van de levensduur van producten. Repareren, upcycling en recycling zijn hierbij essentieel. Maar minstens even belangrijk is om klanten bewust te maken van hoe zij de levensduur van producten kunnen verlengen door ze te onderhouden en door respectvol met hun uitrusting om te gaan. Merken als Sea to Summit bieden bijvoorbeeld repairservices aan, en ook FabPatch zet volop in op het herstellen van producten.”
Nikolai Mels: “Onze merken zetten sterk in op innovatie en nieuwe materialen om hun negatieve
impact te verkleinen. Silva gebruikt bijvoorbeeld hennep in hun hoofdlampen, Sprayway verwerkt
het nieuwe duurzame EPE-membraan van Gore in jassen en regenbroeken, en Light My Fire produceert met biobased plastics. Edelrid lanceerde een ‘Climb Green’-collectie en Grangers is het eerste onderhoudsmerk dat het bluesign-label draagt. Vaude heeft al sinds 2009 een concreet actieplan om duurzaam te produceren, met onder meer aandacht voor bestrijding van microplastics, ontwikkeling van materialen uit hernieuwbare bronnen en verbeterde recycleerbaarheid.”
Nelson Coomans: “Er gebeurt inderdaad veel in onze sector, zoals reparatie-initiatieven, PFASvrije
productieprocessen, het verminderen van energiegebruik en het inzetten van hernieuwbare energie. Ook initiatieven zoals 1% for the Planet, B Corp, Fair Trade en Fair Wear dragen hun steentje bij. Maar uiteindelijk draait het vooral om structurele verandering: de productieketen
wegsturen van giftige stoffen en fossiele brandstoffen, overconsumptie tegengaan, de levensduur van producten verlengen, een leefbaar loon betalen… Als je als bedrijf het merendeel van je geld uitgeeft om dit te verwezenlijken, ben je goed bezig. En anders ben je een deel van het probleem.”