Santiago De Compostella is een bedevaartsoord dat tot de verbeelding van velen spreekt. Voor velen is het een poort naar een volgende fase in je leven. Luister maar naar het verhaal van enkele fietsers en wandelaars.

En hier alvast ook enkele weetjes:

• Santiago de Compostella, oftewel Sint-Jakobus van Compostella, is zo genoemd omdat het graf van een van Jezus’ apostels, Jakobus de Meerdere, zich in de Spaanse stad zou bevinden.
• Compostela schrijft men in het Spaans met één “l”. In het Nederlands met twee.
• De Camino de Santiago is niet één wandelweg, maar een netwerk aan routes verspreid over heel Europa. De Camino Francés is tegenwoordig de populairste, maar je kan ook starten in Spanje zelf, Italië, Ierland, België of Nederland.
• De kerkelijke feestdag van de apostel Jakobus vieren christenen op 25 juli. Op die dag is er een groot feest in de stad.
• De voettocht noemt Camino de Santiago (de weg van Santiago, maar in het Nederlands noemt de route ook Jakobsweg). De weg is gemarkeerd met een schelp, de sint-jakobsschelp, het teken van de heilige Jakobus.
• Bisschop Godescalc van Le Puy was in 951 een van de eerste niet-Spaanse pelgrims die naar Santiago de Compostella wandelde.
• Wie de bedevaart voltooit, krijgt een certificaat, de Compostela. Hiervoor moet je elke dag een stempel in je pelgrimspaspoort verzamelen.
• Traditioneel leg je de tocht te voet af. Maar het kan ook per fiets, te paard of zelfs op een step. Fietsers moeten twee keer zo ver fietsen (minimaal 200 km ipv minimaal 100 km) voor ze een Compostela kunnen behalen.
• In 2019 werd de grens van 350 000 pelgrims in een jaar op de Spaanse Jakobsweg voor het eerst overschreden.