In het noorden van Zweden ligt de langste en meest legendarische wandelroute van het Arctische landschap. De Kungsleden – of The King’s Trail – is een trail van 425 kilometer. Sinds 2005 organiseert Fjällräven op een deel van dit parcours jaarlijks de Fjällräven Classic. Kathelijne ging wandelen in Zweden tijdens Fjällräven Classic en gedurende 110 kilometer in één week voelde zij zich een week lang losgekoppeld van de maatschappij.
Behalve in Zweden vindt er ook een Fjällräven Classic plaats in Hong Kong (oktober), de VS en Denemarken (beide in juni). Zie http://classic.fjallraven.com
Wandelen in Zweden tijdens Fjällräven Classic
Samen met zestien vrouwen uit zeven landen land ik in Kiruna, een Zweeds mijnstadje 150 kilometer boven de poolcirkel. We worden er opgewacht worden door twee stereotype Zweedse gidsen: Ann en Susanne, beiden blond met blauwe ogen. In de busrit naar onze slaaplocatie passeren we het legendarische ijshotel in Jukkasjärvi, waar je blijkbaar het hele jaar door kan logeren. Even later arriveren we na een zeer hobbelige weg in de Fjellborg Arctic Lodge. Als je ooit droomde van idyllische Zweedse hutjes omringd door dennenbomen aan een meer met een houten steiger, waar je in je nakie in wil springen… Wel, dit is de plek. The lodge wordt voornamelijk gebruikt in de winter, voor overnachtingen tijdens de hondensleetochten van Fjellborg Artic Journeys. Buiten aan het haardvuur staat outdoorexpert Johan Skullman ons op te wachten. Met koffie en kaneelrolletjes geeft hij ons de do’s en don’ts mee voor onze tocht. Waaronder de allerbelangrijkste: laat nooit afval achter. En als je afval ziet, neem het dan mee.
Mijn vrouwelijke partners in crime
Ik zal de komende vijf dagen wandelen in Zweden tijdens Fjällräven Classic en gedurende die tijd lief en leed delen met de Nederlandse Renate. Als team moeten we zorgen dat we een routine creëren in het opzetten en afbreken van de tent. Deze tent mag je tijdens de trail overal neerzetten behalve in het nationaal park Abisko. Het landschap is glooiend, waardoor een vlakke plek vinden tussen de stenen, mossen en heide op een moerasachtige ondergrond niet zo evident is als het lijkt.
Renate en ik testen hoe we de tent het best opzetten, want ik moet eerlijk toegeven dat dit een taak is die ik gewoonlijk aan mijn man overlaat. Geen mannen in de buurt en mijn eigen plan leren trekken, dat is het motto van deze trip. Hoewel we de traagste zijn in het opzetten en afbreken van de tent, leren we ondertussen elkaar kennen en ontdekken dat we allebei mama te zijn van twee jonge kinderen. Het schept meteen een band.
Het materiaal testen
De volgende opdracht is efficiënt je rugzak inpakken, met alles wat we overdag nodig hebben binnen handbereik: onze brander, regenkledij, snacks, water, eten… Het gerief voor ’s avonds stop je onderaan je rugzak, denk aan je tent, slaapzak en slaapmat. Mijn rugzak klopt af op 16 kilogram. Ikzelf ben tevreden, maar of mijn rug dat ook zal zijn…
Nadat we nog even onze Primus Lite-vuurtje testen, eten we een heerlijke Scandinavische maaltijd van arctische haai en rendier met veenbessen. Om nog even tot rust te komen, relaxen we in de sauna die uitzicht geeft op het meer. Ik zie de meisjes naakt in het meer duiken en al gauw vervoeg ik hen met een ijskoude plons, klaar om vijf dagen wildernis te overleven.
DAG 1: Nikkaluokta – Tolpagorni (23 km)
Kronkelende… euh… paadjes
Om zes uur loopt de wekker af en wordt het startschot gegeven. We maken ons klaar, spelen het laatste deftige ontbijt naar binnen en hoppen op de bus. Tijdens de rit richting startpunt zien we een stel rendieren de baan oversteken. Iedereen plakt met zijn neus tegen het raam. Wij zijn ook niets gewoon… Om negen uur stipt starten we met een honderdtal wandelliefhebbers in een dichtbegroeid berkenbos aan onze tocht. Al snel spreidt het landschap zich open, met zicht op het Kebnekaisemassief. We laten het berkenbos achter ons, waarna de meeste wandelaars verdwijnen in de vlakte voor ons.
Tijdens de eerste pauze aan het Ladtjojauremeer snuiven we de geur van hamburgers op, wat ons echt doet watertanden. Een ‘Lap Donalds’-kraampje voorziet de wandelaars van de heerlijkste burgers. Even relaxen en smullen maar met de voeten in de lucht. Ik ben niet de getrainde berggeit die nood heeft aan hoge toppen scoren, maar ik ben wel sportief en ik hou van een uitdaging. Gedurende deze vijf dagen zal de grootste uitdaging het kronkelende pad zijn. Ik weet eigenlijk niet of je dit een pad kunt noemen. Het is een weg waar je niet één keer je voeten recht kan neerzetten, omdat het pad bezaaid is met stenen. Wanneer de ondergrond te moerasachtig wordt, zijn er twee smalle houten planken waar je evenwicht op de proef wordt gesteld. Eén misstap en je ligt in de bosjes, zoals Renate mocht ondervinden. Hilarisch… zolang het bij een ander gebeurt. Om over de kronkelde riviertjes te geraken, zijn er vaak hangbruggen die je wiegend naar de overkant loodsen.
Negen uur in de benen. Onze slaapplaats is bijna in zicht en dan melden de gidsen dat we nog drie kilometer verder moeten om een rustigere slaapplek te vinden. De vermoeidheid slaat toe, de zware rugzak, de hobbelige weg, de voeten… Een korte peptalk geeft iedereen weer moed. We komen uitgeput aan op onze eerste slaapplaats aan de voet van de Tolpagorni (1663 m). De wind waait hard onze richting uit vanuit de vallei van Tolpargorni. Renate en ik beginnen onze tent op te zetten en plaatsen ze met de wind mee, zoals Johan ons geleerd heeft. Taken, zoals water halen en koken, worden verdeeld en om 21u30 kunnen we eindelijk van onze maaltijd genieten: spaghetti bolognaise. Nog nooit heeft droogvoer zo goed gesmaakt. Met uitzicht op de vallei nippen we aan een pintje en kruipen we in bed, hopend op een goede nachtrust.
DAG 2: Tolpagorni – Sälka(24 km)
Wat smaakt een rendierwrap lekker in de regen
Ik kan niet geloven dat het al zes uur ’s morgens is wanneer Ann ons komt wekken. Door de storm van afgelopen nacht heb ik geen oog dichtgedaan. Wanneer we uit onze slaapzak willen stappen om aan onze ochtendroutine te beginnen, blijkt het zeil onder onze matjes kletsnat. Renates waterfles is uitgelopen… Om het ’s nachts warm genoeg te hebben, vul je je waterfles met heet water, zodat je je slaapzak kan voorverwarmen. Bij dezen is het aangeraden om na te kijken of de stop wel goed vast zit.
Hier hadden we niet op gerekend, maar geen tijd te verliezen. Taken herverdelen en zo snel mogelijk klaar geraken voor vertrek. Door ons wateraccident vertrekken we een halfuurtje later dan gepland. Van regen waren we gisteren gespaard gebleven, maar donkere wolken boven de omliggende massieven openen nu hun sluizen. Schuilen zit er in de Ladtjovaggevallei helaas niet in. En wanneer er iemand uit de groep geblesseerd geraakt, zijn we genoodzaakt twee uur in de regen door te brengen. De rendierwrap met veenbessen tijdens de pauze brengt wat soelaas. Wanneer we verder trekken, steek ik de tent van het gekwetste meisje Franzie in mijn rugzak. Samen uit, samen naar onze volgende slaapplaats.
DAG 3: Salka – Alesjaure (28 km)
Een shotje whisky, een bergtop en regenbogen
Vandaag staat de zwaarste en langste tocht op het programma. Voor sommigen onder ons zal het een beproeving worden of ze de tocht verder kunnen zetten. De pauzes onderweg zijn kort en we gaan langere afstanden aan een hoger tempo moeten afleggen om op tijd in Alesjaure aan te komen. Ik geniet wanneer we eindelijk de hoogte in kunnen. De Tjäktapas is het hoogste punt van de trail. Niet hoger dan 1140 meter, maar een pittige korte beklimming.
Op de top krijgen we een shotje whisky van onze Schotse metgezel. We zijn er klaar voor om de vallei van steenpuin recht voor ons in te duiken. In het ruwe, bijna maanachtig landschap verschijnen er plots twee regenbogen waardoor iedereen als kleine kinderen ‘Waaaauw’ begint te roepen. Wanneer we de brug over het meer nemen richting de berghut van Allesjaure en de steile treden beklimmen, blaast een ijzige, verkleumende wind ons bijna weg. Snel onze stempel halen, een plek zoeken om onze tent te pitchen, alle kleren aandoen die we mee hebben, eten maken en… slapen!
DAG 4: Alesjaure – Kieron (18 km)
Wind, Wind en nog eens wind
De wind is niet gaan liggen vannacht. Integendeel. Blijkbaar worden hier in de buurt de hoogste windsnelheden van heel Zweden gemeten. Iedereen is moe, de voorbije nachten hebben we gewoon te weinig geslapen en dat vreet energie. Helaas eindigt het avontuur hier voor één van ons, wegens oververmoeid en een geblesseerde knie. Onze teamgenote wordt per helikopter naar de eindbestemming gebracht. Uiteindelijk moet deze tocht een plezier zijn, geen pijnlijke ervaring. We zwaaien wanneer de heli overvliegt en eventjes vraag ik me af of ik zou willen wisselen met haar. Maar nee, ondanks de weersomstandigheden en de moeilijk begaanbare wegen is dit alles zo de moeite waard.
We dalen af en komen in de late namiddag terug aan de boomgrens, waar we halt houden voor de laatste nacht, op een van de mooiste plekken van de trail. Aan de voet van de heilige Samiberg Kieron worden we wederom in de watten gelegd met overheerlijke pannenkoeken en shotjes Jägermeister, die onze gidsen Ann en Susanne hebben meegenomen voor deze tocht. Deze laatste avond zijn de weergoden ons gunstig en kunnen we eindelijk met zijn allen genieten van een kampvuur.
DAG 5: Kieron – Abisko (17 km)
Save the best for last
De laatste dag zit ik vol energie. Klaar voor de eindspurt. Misschien iets te enthousiast, want Renate en ik lopen op een bepaald punt drie kilometer verloren. Ach, wat is drie kilometer op 110? Langs het Abiskojauremeer in het Abisko National Park leggen we de laatste kilometers af. Je zou denken dat de laatste dag een uitloper is van wat we al gehad hebben, maar niets is minder waar. De machtige watervallen van de helblauwe Abiskojakkarivier, die uitmondt in het Torne Träsk-meer, hebben een kloof uitgesneden in het midden van het woud. Vanaf de rand van het bos zien we beneden de kolkende rivier door het landschap kronkelen. Je wordt gewoon stil van zo’n pracht en we nemen ook onze tijd om van onze laatste stop te genieten.
Volle kracht vooruit stappen we samen met onze teamgenoten richting de eindmeet. Aangezien we uit zeven verschillende landen komen, zingen we luidkeels het Seven Nations Army-lied. Aan de finish, in het Abisko Tourist Station, worden we met applaus onthaald. Een onvergetelijk gevoel, waarna we in elkaars armen vallen. Met een pint in de ene hand een rendierwrap in de andere dansen we de nacht in, wetende dat dit niet ons laatste avontuur zal zijn.
Wandelen in Zweden tijdens Fjällräven Classic
110 kilometer wandelen door de Zweedse natuur
Tijdens dit jaarlijkse event wandelen 2000 outdoorliefhebbers gedurende drie tot zeven dagen een traject van 110 km. Sommige lopen hem zelfs op 19 uur… Tijdens het event creëert Fjällräven een veilige omgeving voor zowel ervaren als minder ervaren hikers. Er zijn checkpoints, eerstehulpposten, mogelijkheid om gas en voedsel bij te vullen, standjes met koffie, pannenkoeken, wraps, rendierburgers… Samen met de vele behulpzame vrijwilligers maken ze van deze trail een onvergetelijke en toegankelijke reis. Want daar draait het om bij het Zweedse outdoormerk: op een georganiseerde manier van een echte buitenervaring proeven, om daarna je eigen avonturen te zoeken.
Schrijf je in voor de Fjällräven Classic
Ben je benieuwd naar ons foto-overzicht en de paklijst voor je eigen deelname?
- Waar: Zweeds Lapland, van Nikkaluokta naar Abisko
- Wanneer: augustus 2019. Je beslist zelf in hoeveel dagen je de route aflegt, met een maximum van zeven dagen.
- Lengte: 110 kilometer
- Voor wie? Alle wandelliefhebbers. Dit jaar nam 40% vrouwen deel, volgend jaar hopen de organisatoren op 50% vrouwelijke inschrijvingen.
Tekst ‘Wandelen in Zweden tijdens Fjällräven Classic’: Kathelijne Seeldraeyers