Wie Brussel zegt, denkt niet meteen aan natuur. En toch is miljoenstad Brussel een van de meest groene hoofdsteden van Europa. Dit komt door de vele parken en de grote lappen groen aan de rand van onze hoofdstad. Wandelen in de bossen rond Brussel is een verademing voor wie de stad (of de corona-isolatie) even wil ontvluchten. We geven je vijf bos- en verschillende wandeltips.
Wandelen in de bossen rond Brussel
1. Het Hallerbos
Het 552 ha grote Hallerbos is een publiekstrekker midden april, wanneer wilde hyacinten het bos aankleden met een blauw tapijt. Ook buiten die periode is het een wondermooie plek.Oorspronkelijk was het deel van het Kolenwoud, een oerbos dat zich voor de Romeinen in onze streken vertoefden uitstrekte van de Zenne tot de Maasvallei.
Behalve de twee gemarkeerde hyacintenwandelingen van circa 5 kilometer, zijn er drie bewegwijzerde wandelingen uitgestippeld. De Sequioawandeling (4 km), de Reebokwandeling (7 km) en de Achtdrevenwandeling (1,8 km) die ook toegankelijk is voor mensen met een beperkte mobiliteit of met kinderwagens. Voor jonge bezoekers zijn er toffe speurderskaarten. Deze kan je downloaden van de website.
2. Zoniënwoud
Dat het Zoniënwoud bijzonder is, blijkt alleen al uit de mate van bescherming dat dit 4400 hectare groot gebied ten zuidoosten van Brussel geniet. Vijf delen van de drie bosreservaten waaruit het Zoniënwoud bestaat, zijn bestempeld als Unesco-Wereldergoed. Het gehele Zoniënwoud en de uitlopers ervan zijn ook beschermd als Natura-2000 gebied. Het bos zelf is FSC-gecertificeerd, een beloning voor duurzaam beheerde bossen.
Het bos zelf is 10 000 jaar oud. Vroeger was het een favoriet jachtterrein van graven en hertogen. Mede daardoor is het lange tijd volledig intact gebleven. Vandaag staat er vooral beukenbomen, de oudste zijn aan het einde van de Oostenrijkse tijd (1714-1795) aangeplant. Het landschap is heuvelachtig, wat een machtig kathedraaleffect oplevert. Open plekken en de IJsevallei met zijn vijvers zorgen voor afwisseling.
De groene long is voor bezoekers toegankelijk via vijf, in de toekomst zes, ‘onthaalpoorten’. Deze werden gecreëerd om de kwetsbare kern van het woud beter te beschermen. De wandelpaden zijn duidelijk gemarkeerd, goed onderhouden en bewegwijzerd. Er is bezoekersinformatie voorhanden, rustbanken, picknicktafels… In deze gratis brochure ‘Het Zoniënwoud’ vind je een sprekend overzicht van de flora en fauna.
Wandeltip XS en XL:
• 2,5 km – uitbreidbaar: een natuurwandeling op kindermaat. Het eerste stukje is erg steil, maar daarna gaat het pas slingerend op en neer. Kers op de taart is de speeltuin die verstopt ligt’ diep in het bos’.
• 50 km trail, vijvers en heuvels met ruim 750 positieve hoogtemeters. Ideaal voor een tweedaagse met overnachting in bv. Hoeilaart, Watermaal-Bosvoorde of la Hulpe.
3. Ter Kamerenbos
Wie vertrekkende vanuit het centrum gaat wandelen in de bossen rond Brussel komt al snel in deze populaire uitloper van het Zoniënwoud ten oosten van Ukkel terecht. In 2004 werd het Ter Kamerenbos door Natura 2000 uitgeroepen tot speciale beschermingszone, omdat het onderdak biedt aan 16 soorten vleermuizen. Af en toe komen zelfs reeën uit het Zoniënwoud er op bezoek. Meer dan 80 bomen zijn overigens opgenomen in ‘de inventaris van opmerkelijke bomen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest’.
Het Ter Kamerenbos werd in de jaren 80 ingericht als landschapspark. Vandaar dat er behalve de traditionele beuken en de steeds zeldzamere eiken ook tal van andere boomsoorten te vinden zijn. Het noordelijke deel van dit slechts 124 ha groot gebied is het meest bebost en herbergt enkele 19-de eeuwse gebouwen. de trekpleister in het zuidelijke deel is de 6ha grote kunstmatige vijver met in het midden een bebost eiland. Romantische zielen kunnen er met een bootje heen.
Wandeltip:
• 10 km: tijdens deze luswandeling van 9,2 km om precies te zijn krijg je zowat alles wat er in het Ter Kamerenbos te zien valt te zien. Van zaterdagochtend tot zondagavond zijn de wegen doorheen het park gesloten voor auto’s.
Wandelen in de bossen rond Brussel
Er zijn nog meer mogelijkheden om te wandelen in de bossen rond Brussel.
4. De drie bossen van Kortenberg
Via bospaden en trage wegen kan je via een lus van 20,5 km de drie bossen van Kortenberg met elkaar verbinden: het Hogenbos, het Eikenbos en het Plantsoenbos. Het eerste, het Hogenbos, is een eeuwenoud beukenbos met exemplaren tot wel 30 meter hoog. Bewegwijzerde paden zijn er niet. Je kan de routebeschrijving volgen of links of rechts een tractorpad induiken. Geraak je de weg kwijt, doe dan je ogen dicht. Hoor je de E40 ruisen dan weet je dat Brussel links ligt en Leuven rechts. Ook dit is een mooie plek om de mooie blauwe boshyacinten te zien. Ietsje eerder, tussen winter en lente in, ligt er een wit bosanemonentapijt.
5. Het Dielegembos
In het Dielegembos. Samen met het Laarbeekbos, het Poelbos, een deel van het Koning Boudewijnpark en de moerassen van Jette en Ganshoren vormen deze bossen een unieke woudzone van circa 50 ha aan de noordwestelijke land van Brussel. De bodem is er nog kalkrijk. Daardoor voelen bepaalde flora, zoals de rapunzelklokjes, het breukkruid, de belladonna en enkele mooie orchideeënsoorten, zich hier in hun nopjes. Maar liefst twaalf soortenvleermuizen gebruiken de vele holle bomen als broedplaats. Ook de parkietenpopulatie laat zich overal horen. De mooiste boom is het Dielegembos is een honderd jaar oude olm. Er zijn drie ingangen, enkele lanen voor rolstoelen en kinderwagens en met name in het noordelijke deel van het bos diverse ‘wilde’ paden.
Behalve deze en nog enkele andere bossen zijn er ook vele parken die je longen weer wat extra zuurstof geven: het Koning Boudewijnpark, het Leopoldpark, het Park van Laken, het park van Vorst, het Woluwepark, het Tervurenpark, het Josaphatpark, het Tenboschpark, het Warandepark en het Cinquentenaire Park, om er maar enkele te noemen. En natuurlijk de Plantentuin in Meise.
Lees ook:
• Het ABC van de Belgische bossen
• De favoriete Belgische bossen van ons redactieteam
• De staat van het Belgisch bos